Parasieten

Wormen, horzels en mijten zijn veel voorkomende parasieten van het paard. Vooral de inwendige parasieten, de wormen en horzellarven, kunnen enorme schade aanrichten. in de praktijk wordt het wormprobleem vaak onderschat en daardoor onvoldoende bestreden

Wormen

De wormcyclus

Vrijwel alle paarden in Nederland zijn in meer of mindere mate besmet met wormen. De wormen leggen duizenden eieren, die met de mest worden uitgescheiden. Binnen enkele dagen komen wormlarven uit de eieren. Deze wormlarven kunnen een kleine afstand overbruggen en worden tijdens het grazen opgenomen door het paard. De larven maken vervolgens een tocht door het lichaam, waarbij ze op verschillende plaatsen schade aanrichten. uiteindelijk nestelen de larven zich in de darmwand en groeien daaruit tot volwassen wormen. De volwassen wormen leggen weer eieren en de kringloop begint opnieuw.

De symptomen van een wormbesmetting

Er zijn veel verschillende soorten wormen. Hieronder gaan we per wormsoort de symptomen behandelen.

 

Grote Strongyliden

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Grote Strongyliden kan u paard last hebben van een doffe vacht, een verminderde eetlust, vermagering, diarree, koliek, koorts en in ernstige gevallen zelfs kreupelheid of verlammingsverschijnselen. 

 

Kleine Strongyliden

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Kleine Strongyliden kan u paard last hebben van vermageren, diarree en koliek.

 

Aarsmade 

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Aarsmade kan u paard last hebben van jeuk rondom de anus. Hierdoor gaat het paard schuren en verliest het de haren van de staart

 

Veulenworm

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Veulenworm kan u paard last hebben van koliek en diarree.

 

Spoelworm

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Spoelworm kan u paard last hebben van een ruwe vacht, dikke buik, vermoeidheid, slechte groei, slechte eetlust, vermagering, hoesten en neusuitvloeiing. Deze wormen kunnen echter knoedels gaan vormen, deze veroorzaken een verstopping in de darm waardoor in ernstige gevallen de darm kan scheuren.

 

Lintworm

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Lintworm kan u paard last hebben van ernstige koliek.

 

Longworm

Wanneer u paard last heeft van een besmetting met Longworm kan u paard last hebben van veel hoesten, met dampigheid tot gevolg.

Wanneer moet je de dierenarts inschakelen?

Inwendige wormen worden bestrijd door middel van het toedienen van wormenpasta's. Omdat niet elke werkzame stof geschikt is voor elke soort worm is het belangrijk om hulp te vragen aan je dierenarts wanneer je denkt dat je paard een wormbesmetting heeft. Samen met je dierenarts kan je via een mestonderzoek achterhalen met welke soort worm jouw paard besmet is. Aan de hand van die onderzoek kan jouw dierenarts de goede wormenpasta aanbevelen. Daarnaast kan je samen met je dierenarts een doeltreffend schema opstellen om inwendige wormen tegen te gaan. 

Wat mag/ kun jezelf doen bij een wormbesmetting?

Wanneer je door hebt dat een paard besmet is met wormen is het belangrijk om contact op te nemen met je dierenarts. Samen met je dierenarts kun je overleggen of er eerst een mestonderzoek moet worden gedaan of dat je gelijk een wormenkuur kan toe dienen. Ook is het belangrijk om met je dierenarts te overleggen wanneer je weer mestonderzoek moet doen, zodat je er zeker van bent dat je paard niet meer besmet is.

De wormenkuur mag je overigens zelf toedienen, daar heb je de dierenarts niet bij nodig. 

Hoe wordt het behandeld?

Wormen worden bestreden door een oraal toe te dienen spuit gevuld met wormenpasta. De dosering is afhankelijk van het gewicht van jouw paard of pony en kan handmatig ingesteld worden. 

Ontwormingsmiddelen worden op basis van hun werking ingedeeld in drie groepen:

  1. G1: Benzimidazolen met de werkzame stoffen febantel en fenbendazole.
  2. G2: Tetrahydropyrimidines met de werkzame stoffen pyrantelpamonaat en pyrantelembonaat.
  3. G3: Macrocyclische lactonen met de werkzame stoffen ivermectine en moxidectine.

Aan de hand van een mestonderzoek wordt door de dierenarts vast gesteld met welke wormenkuur je jouw paard moet behandelen.

Hoe kan je een wormbesmetting voorkomen?

Mestonderzoek is een methode om weidebesmetting tegen te gaan. Als een paard namelijk besmet is met wormen, leggen deze wormen eieren in de darm die vervolgens met de mest mee naar buiten gaan. Door regelmatig mestonderzoek kan je bij een besmetting op tijd een wormenkuur toe dienen. Hierdoor houdt je het eitjesgehalte laag. 

 

Ook een goed weidemanagment is belangrijk. In het algemeen is het belangrijk om de infectiedruk op het weiland zo laag mogelijk te houden. Wormeneieren worden namelijk door het ene paard uitgescheiden en door het andere paard mee opgegeten met et gras. Dingen die je kunt doen in je weidemanagment:

  • Bij genoeg land kan je de paarden met regelmaat omweiden naar (schone) nieuwe percelen. 
  • Verwijder minstens 2 keer per week de mest uit de weide. Hoe vaker hoe beter.
  • Als het mogelijk is, de weides afwisselend door andere diersoorten bijvoorbeeld schapen of koeien laten begrazen. Koeien en schapen eten de wormeneitjes op waar een paard gevoelig voor is. Paarden zijn niet gevoelig voor de wormen van koeien en schapen. Hierdoor is het een slimme keuze om deze methode te gaan gebruiken.
  • Je kan je land maaien.
  • Zorg ervoor dat je voor het omweiden een mestonderzoek hebt laten doen, zo kan je bij besmetting ontwormen en voorkom je besmetting van je nieuwe perceel.

 

Bronvermelding:

Paardenarts, wormen en ontworming https://www.paardenarts.nl/kennisbank/wormen-en-ontworming-bij-paarden/ 

EHBO- paard KNHS (boek)

Maak jouw eigen website met JouwWeb